Welkom bij
Omroep Landgraaf
Column: Zijn we klaar voor een oorlog?
Is het wel duidelijk hoe de spanningen in Europa oplopen. Gevechten worden heviger, Trump komt met nieuw beleid, Poetin gooit nog wat olie op het vuur door na diplomatieke gesprekken met Duitsland juist extra raketaanvallen uit te voeren. De wijze waarop Zweden en Finland hun burgers informeren over wat te doen in geval van oorlog is dan misschien wel een goed voorbeeld van proactieve crisisvoorbereiding. Beide landen hebben recentelijk uitgebreide campagnes gelanceerd om hun inwoners bewust te maken van de mogelijke dreigingen en hen te voorzien van praktische adviezen. Zweden heeft vijf miljoen brochures verspreid met de titel "Om krisen eller kriget kommer" (Wanneer de crisis of oorlog komt), waarin stap voor stap wordt uitgelegd hoe burgers zich kunnen voorbereiden op noodscenario's zoals natuurrampen, cyberaanvallen en oorlog. Finland heeft een vergelijkbare aanpak gekozen, maar dan in digitale vorm, met een uitgebreide website die burgers voorbereidt op extreme situaties.
In Nederland is de aanpak minder zichtbaar en minder uitgebreid. Hoewel er adviezen zijn voor noodsituaties, zoals de website van de Rijksoverheid met informatie over rampen en crises, ontbreekt een grootschalige, nationale campagne zoals in Zweden en Finland. De Nederlandse overheid heeft weliswaar plannen en protocollen voor crisisbeheersing, maar deze zijn minder prominent in het publieke bewustzijn. Dit verschil in aanpak kan deels worden verklaard door de historische context en de perceptie van dreiging. Zweden en Finland, beide grenzend aan Rusland, voelen een directe dreiging door de geopolitieke spanningen in de regio, wat de noodzaak voor dergelijke voorbereidingen vergroot.
Als we terugkijken naar de Tweede Wereldoorlog, zien we dat Nederland destijds slecht voorbereid was op de Duitse invasie. De neutraliteitspolitiek van Nederland, die succesvol was gebleken tijdens de Eerste Wereldoorlog, bleek in de jaren '30 en '40 niet meer effectief. De Nederlandse defensie was verouderd, onvoldoende voorbereid en net als nu niet in staat om een langdurige modern conflict uit te vechten. Dit staat in schril contrast met de huidige situatie in Zweden en Finland, waar de overheden actief hun burgers en leger voorbereiden op mogelijke conflicten.
De verrechtsing van de Europese politiek is misschien ook een zorgwekkende trend die parallellen vertoont met de politieke stromingen van de jaren '30. In die tijd zagen we de opkomst van fascistische en autoritaire regimes in landen als Duitsland en Italië, gedreven door economische crises en sociale onrust. Vandaag de dag zien we een vergelijkbare verschuiving naar rechts in veel Europese landen, met de opkomst van populistische en nationalistische partijen die inspelen op angsten en onzekerheden binnen de samenleving.
Deze politieke verschuiving heeft ook invloed op de Europese eenheid en de bereidheid om gezamenlijk op te treden in internationale conflicten, zoals het huidige conflict tussen Rusland en Oekraïne. Hoewel de EU officieel een eensgezind standpunt inneemt en sancties heeft opgelegd aan Rusland, zijn er binnen de lidstaten verschillen in de mate van steun en de bereidheid om verdergaande maatregelen te nemen. Dit gebrek aan eenheid kan worden vergeleken met de verdeeldheid in Europa tijdens de jaren '30, toen landen er niet in slaagden een gezamenlijk front te vormen tegen de opkomst van totalitaire regimes.
De onwil om als Europese landen een gezamenlijk standpunt in te nemen in het conflict tussen Rusland en Oekraïne weerspiegelt de complexiteit van de huidige geopolitieke situatie. Terwijl sommige landen pleiten voor strengere sancties en militaire steun aan Oekraïne, zijn andere landen terughoudender vanwege economische belangen en historische banden met Rusland. Deze verdeeldheid ondermijnt de effectiviteit van de Europese respons en versterkt de positie van Rusland in het conflict.
De wijze waarop Zweden en Finland hun burgers informeren over oorlogsdreigingen is een voorbeeld van proactieve crisisvoorbereiding die Nederland zou kunnen overwegen. Op dit gebied samenwerken met deze landen zou wel eens meer zoden aan de dijk kunnen zetten dan een samenwerking met het instabiele Duitsland of destabiliserende landen als Hongarije. De parallellen tussen de huidige politieke verschuivingen in Europa en die van de jaren '30 benadrukken de noodzaak voor eenheid en gezamenlijke actie. Alleen door samen te werken en voorbereid te zijn, kunnen we de uitdagingen van de moderne tijd effectief het hoofd bieden.
Zorgen over niveau Nederlands muziekonderwijs, ‘aanwas jong talent stagneert’
Het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA) maakt zich zorgen om het niveau van het muziekleven in Nederland. Steeds meer muziekscholen sluiten hun deuren doordat gemeenten bezuinigen op cultuur. Dat heeft ook gevolgen voor muziekverenigingen en conservatoria. Er worden steeds minder Nederlandse muziekstudenten aangenomen omdat hun niveau te laag is, stelt het LKCA. Jan van den Eijnden is specialist cultuureducatie bij het kennisinstituut. Hij zegt dat er al vijftien jaar een trend is van muziekscholen die omvallen. "De 'talentketen' is verstoord geraakt. Er is geen goed buitenschools muziekonderwijs meer", zegt Van den Eijnden. Doorstroom niet soepel De muziekprogramma's in het basisonderwijs noemt hij...
Illegale arbeidsmigranten komen van steeds verder naar ons land
Het aantal mensen dat onder slechte omstandigheden en zonder vergunning in ons land komt werken neemt nog altijd toe, en steeds vaker komen ze ook van verder weg. Waar voorheen de arbeidsmigranten vooral Polen, Roemenen of Hongaren waren, komen ze nu vaak uit Oekraïne, Georgië of landen nog verder weg. De arbeidsinspectie spreekt tegen de NOS van een trend.
Eind deze maand bespreekt het kabinet een wet met een hardere aanpak: werkgevers die met illegalen werken, kunnen in plaats van boetes dan ook gevangenisstraffen krijgen.
Met name uitzendbureaus zoeken nu steeds verder weg omdat de vraag naar goedkope arbeid maar blijft toenemen. Tijdens een controle van de arbeidsinspectie bij een tuinbouwbedrijf in het westen van het land, waar de NOS bij mocht zijn, werden onlangs zeker twintig mensen uit Georgië aangetroffen die geen vergunning hadden om in Nederland te werken.
Ook werkten ze veel meer uren dan opgegeven. Zij werden via een uitzendbureau en doorleenbedrijf aan het werk gezet bij de tuinder. De werkgever en het uitzendbureau wacht een boete van honderdduizenden euro's.
Bekijk hier hoe die inval verliep:
De arbeidsinspectie ziet dit veel vaker. "Eigenlijk zie je heel plat dat het aantal arbeidsmigranten begint op te raken", zegt directeur Toezicht Marijke Kaptein. "Alle werkgevers die zo graag mensen goedkoop aan het werk willen, daar hebben we niet voldoende mensen voor binnen de EU. Dan krijg je allemaal modellen om mensen van buiten de EU naar Nederland te halen."
Er zijn nu tussen de 600.000 en 800.000 arbeidsmigranten in Nederland. En de vraag naar deze werknemers blijft groeien. Nu komen er per jaar 40.000 tot 50.000 bij. Een groot deel van hen is laagbetaald, en werkt in de vleesindustrie, distributiecentra, of de glastuinbouw. "We zijn een lagelonenland, maar we zijn ook een land dat zo ongelofelijk veel doet, op zo een klein plekje. Dat is niet mogelijk. Eigenlijk hollen we het uit", zegt Kaptein.
Ze vindt daarom dat er keuzes gemaakt moeten worden. Welk deel van de economie wil je laten groeien, welk deel wil je in stand houden en welk deel wil je laten krimpen? "De huidige groei van arbeidsmigranten gaat ten koste van de hoeveelheid huizen die beschikbaar zijn, de scholen, de zorg. Dus daar heeft de politiek natuurlijk wel een belangrijke rol, in het maken van die keuze."
Slechte werkomstandigheden
De arbeidsinspectie ziet vaak hoe slecht er met de arbeidsomstandigheden wordt omgegaan. "Soms zien we matrassen in de stellingkasten van distributiecentra, daar slapen werknemers dan om en om in." Ook worden mensen zonder pardon op straat gezet als ze klagen of bijvoorbeeld ziek zijn.
Minister Van Hijum van Sociale Zaken vindt dat Nederland in de spiegel moet kijken. "Ik denk dat we in Nederland te afhankelijk zijn geworden van goedkope arbeid. Veel te veel sectoren zijn verslaafd geraakt aan arbeidsmigratie als oplossing voor hun probleem."
Daar moet volgens de minister een einde aan komen. "We zullen niet meer accepteren dat goedkope arbeid en misstanden het beeld voor de toekomst is." Maar zo eenvoudig is dat nog niet. Want echt harde keuzes maken en sommige sectoren sluiten, zover zal dit kabinet niet gaan.
Voor nu hoopt de minister vooral dat strengere straffen en meer controles zullen helpen. Eind deze maand bespreekt het kabinet een wet die het mogelijk maakt om werkgevers en uitzendbureaus makkelijker strafrechtelijk te vervolgen bij uitbuiting, waardoor zelfs een gevangenisstraf het gevolg kan zijn voor de werkgever of het uitzendbureau.
Ook in Tweede Kamer boosheid om oorlogsarchief: ‘Mijn opa had onderduikers’
Ook in de Tweede Kamer is er boosheid over de gang van zaken rond het Nationaal oorlogsarchief CABR, het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging. Op die openbare lijst staan namen van mensen die beschuldigd of verdacht werden van collaboratie met de Duitse bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Of die beschuldigingen van destijds terecht waren of niet blijkt niet uit de lijst. Want de onderliggende dossiers zijn niet openbaar en slechts op aanvraag in te zien bij het Nationaal Archief. Daar is inmiddels een wachttijd van maanden ontstaan. De gang van zaken leidde al tot veel verontwaardigde reacties van mensen die familie of bekenden op de lijst zagen staan. Die hebben in hun ogen nu het stempel een foute Nederlander te zijn.
En het overkwam ook Kamerleden, zo bleek tijdens het Vragenuurtje. Minister Bruins van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap moest ervoor naar de Kamer komen. D66-Kamerlid Paternotte vindt dat er een enorme bende van is gemaakt. "Mijn eigen opa en oma hadden twee kleine kindjes ondergedoken zitten, die hebben het daardoor overleefd. En dan staat er een jongere broer van mijn opa op deze namenlijst, zonder context of uitleg."
Mensen willen dit rechtzetten
JA21-Kamerlid Eerdmans zag zijn grootvader op de lijst staan. "Terwijl ik van mijn vader weet dat ze Joden in huis hadden. De Duitsers kwamen zelfs nog een keer zoeken, maar ze konden ze niet vinden." Eerdmans vindt dat op de lijst achter de naam van zijn opa moet staan dat hij onderduikers heeft geholpen. "En dat geldt voor meer mensen, die willen dit rechtgezet hebben. Begrijpt u dat?", vroeg hij de minister.
Het archief met namen werd aangekondigd als lijst met mogelijke collaborateurs. Inmiddels is duidelijk geworden dat er zelfs overlevenden van concentratiekamp Auschwitz op staan, puur omdat zij ooit de Duitse nationaliteit hadden. "Er zijn mensen besmeurd", zegt SGP-Kamerlid Van Dijk. "Ook nabestaanden van overledenen die op de lijst staan. Had je dit niet kunnen voorzien?"
Volgens de minister was dit inderdaad voorzien in het overleg tussen overheid, Nationaal Archief, het Centraal Joods Overleg, nabestaanden van NSB'ers en andere belangenorganisaties. Er is toch besloten tot openbaarmaking van de namenlijst omdat er bij veel nabestaanden behoefte is om uit te zoeken wat hun familie is overkomen, legde Bruins uit. De lijst is het begin, openbaarmaking van de achterliggende dossiers mag nu niet.
Bruins spreekt de Kamerleden tegen dat de openbaarmaking een rommeltje is geworden. "Het archief is in een chaotische tijd ontstaan. Dat er ook verzetsmensen en overlevenden op de lijst staan is de weerspiegeling van deze chaotische situatie."
Meer plekken beschikbaar
Hij belooft de Kamer zo snel mogelijk meer plekken in het land beschikbaar te krijgen bij Regionaal Historische Centra, waar mensen op aanvraag in de dossiers mogen kijken. Hierdoor moet de enorme wachtlijst die is ontstaan kleiner worden. Ook bij het Nationaal Archief zelf wordt gekeken naar uitbreiding.
Verder werkt Bruins aan wetgeving die het mogelijk maakt om mensen online, bijvoorbeeld vanuit huis, in de dossiers te laten kijken. Nu bijvoorbeeld inlogcodes verstrekken mag niet van de Autoriteit Persoonsgegevens, omdat mensen dan kopieën kunnen maken die ze kunnen verspreiden.
STICHTING OMROEP LANDGRAAF
ANBI stichting sinds 2016 | RSIN: 9894652
ANBI Statuut
Gegevens en Jaaroverzichoverzichten
Jaaroverzicht 2022
Jaaroverzicht 2021
Jaaroverzicht 2020
Jaaroverzicht 2019
Klachtenprocedure
Bezoekadres
Pucciniplein 1
6371 LB Landgraaf
Contact
info@omroeplandgraaf.nl