Integriteit in de politiek is de hoeksteen van een gezonde democratie, of zo wordt gezegd. Het gaat om het handelen in overeenstemming met morele en ethische principes, en het is essentieel voor het vertrouwen van het publiek in hun leiders. In Nederland, net als in de internationale politiek, zijn er recente gevallen die de integriteit van politici ter discussie stellen.
Zo werd de integriteit van Amerikaanse presidenten vaak in twijfel getrokken, zoals bij Bill Clinton tijdens het Lewinsky-schandaal of Donald Trump met diverse beschuldigingen van belangenverstrengeling. Toch hebben veel van deze zaken niet geleidt tot andere keuzes en hebben zij en personen als Bouterse en Berlusconi hun premierschap gewoon mogen aanvaarden en uitvoeren
Vandaag de dag heeft de ophef rond de kandidatuur van Ronald Plasterk voor het premierschap vragen opgeroepen over zijn integriteit. Beschuldigingen van valsheid in geschrifte en mogelijke patentfraude en zijn politiek handelen lijken zijn reputatie geschaad en zou het vertrouwen in de politiek een nieuwe deuk hebben gegeven.
In Nederland heeft de Politieke Integriteitsindex 2020 aangetoond dat integriteitsaffaires niet ongewoon zijn. Het CDA stond dat jaar bovenaan met tien affaires, waaronder de kwestie rond minister Ferd Grapperhaus, die tijdens zijn bruiloft de coronamaatregelen niet naleefde. Ook Forum voor Democratie viel op met vier affaires. Transparency International Nederland benadrukt het belang van transparantie en verantwoording om het vertrouwen in politici te behouden.
Internationaal gezien heeft het Europees Parlement onlangs nieuwe integriteitsregels ingevoerd na het Qatargate-schandaal, waarbij Europarlementariërs steekpenningen zouden hebben aangenomen. Dit toont aan dat belangenverstrengeling en corruptie ook op Europees niveau een probleem vormen.
Het vergroten van het vertrouwen in politici zou dan ook een noodzakelijke maar complexe uitdaging zijn die een gecombineerde inspanning vereist van zowel politici als de samenleving. Er zijn wel degelijk stappen die kunnen bijdragen aan het herstellen en versterken van het vertrouwen in de politiek. Je mag je afvragen in hoeverre deze stappen ook echt nodig zijn en worden gezet als het gaat om het bepalen van een nieuwe premier of landsregering:
- Transparantie en verantwoording: in een democratie zouden politici open en controleerbaar moeten zijn over hun besluitvormingsprocessen, financiën en belangenconflicten. Dit kan door het publiceren van gedetailleerde rapporten en het actief deelnemen aan openbare discussies. Maar of we in de fase van onderhandelen over een regeerakkoord op hoofdlijnen veel transparantie hebben ondervonden? Ik denk dat de journalisten die dagen en nachten voor de deuren van de onderhandelingskamers hebben gebivakkeerd maar geen enkel antwoord kregen op hun vragen, daar zo hun bedenkingen bij hebben.
- Dialoog en Participatie met burgers: Burgers moeten aangemoedigd worden om actief deel te nemen aan het politieke proces, niet alleen tijdens verkiezingen maar ook in de vorming en het uitvoeren van het dagelijks bestuur. Ook hier mogen we best stellen dat er na de verkiezingen vooral alleen achterkamertjespolitiek wordt bedreven. Zij burgers wel geïnteresseerd en daar waar de burger wel actief aan de bel trekt lijkt er eerder met de ME dan met politici te worden gesproken.
- Integriteitseducatie en handhaving op wetgeving: Politici en ambtenaren moeten trainingen krijgen over ethiek en integriteit, hun handelen moet getoetst en gecorrigeerd kunnen worden. Dit helpt de burger en hen om beter te begrijpen wat er van hen verwacht wordt en hoe ze integer kunnen handelen. Maar educatie in Nederland is toch vooral ook het benadrukken van het recht op diversiteit en identiteit. Je mag je afvragen in hoeverre we met z’n allen hier op 1 lijn liggen en of educatie dan wel helpt.
- Voorbeeldfunctie: Leiders moeten het goede voorbeeld geven door zelf integer te handelen. Dit gedrag zal dan hopelijk navolging vinden binnen de gehele politieke arena. Maar de het bestaan van een Politieke Integriteitsindex alleen al, laat zien dat de praktijk anders is.
De uitstraling van integriteit lijkt voor een staatshoofd dus van cruciaal belang. Men zegt dat het hierbij niet alleen gaat om het naleven van wetten en regels, maar ook om het uitstralen van morele autoriteit en het vermogen om het land te verenigen. Er wordt beweerd dat zonder integriteit een leider het vertrouwen van het volk verliest en het besturen van een land aanzienlijk wordt bemoeilijkt.
Maar is dat wel zo? De historie lijkt dat niet te bevestigen, de populariteit van Trump of Orban lijken alleen maar groter te zijn geworden. En hoe werkt dat dan voor de leiders van zelfbenoemde democratische landen als China, Rusland en Myanmar? Misschien is een benoeming van Ronald Plasterk als premier een, binnen het huidige politieke klimaat, natuurlijke stap voor Nederland en een kans om de aansluiting te vinden bij de rest van de wereldleiders waar we eerder, om integriteitsvraagstukken, even geen vrienden mee wilden zijn. We gaan het zien.