Selecteer een pagina

Een Reflectie op de Drielandentrein

In een wereld waar de klok tikken gelijkstaat aan het tikken van toetsenborden en het zoeven van treinen, lijkt het soms alsof we vergeten zijn hoe we moeten stilstaan bij onze prestaties. De bestuurlijke testrit met de drielandentrein, die Aken, Heerlen, Maastricht en Luik verbindt, is zo’n moment waarop we zouden moeten pauzeren en reflecteren.

Het is gemakkelijk om cynisch te zijn, om te zeggen dat het meer dan een decennium heeft geduurd om een trein te laten rijden, of dat politici 170 dagen hebben vergaderd om een regeerakkoord te schetsen. Maar is dit cynisme niet een spiegel van onze eigen ongeduldige geest, die snakt naar onmiddellijke bevrediging in een tijdperk van snelle technologie en instant communicatie?

Ja, het heeft meer dan tien jaar geduurd, maar wat is tien jaar op de schaal van menselijke samenwerking en vooruitgang? In die tijd hebben drie landen, met hun eigen complexe bureaucratieën en politieke dynamiek, hun krachten gebundeld om een visie te realiseren die de grenzen van de regio overstijgt. Dit is geen kleinigheid. Het is een bewijs van menselijke vasthoudendheid en het vermogen om over grenzen heen te kijken – letterlijk en figuurlijk.

Het is waar dat we in Europa al dertig jaar zonder grenscontroles kunnen reizen, fietsen of lopen. Maar de drielandentrein is meer dan een fysieke verbinding; het is een metafoor voor de Europese droom – een droom van naadloze verbindingen, van een gedeelde toekomst, van een continent dat samenwerkt als één.

Dus ja, laten we dit succes vieren. Niet omdat het perfect is, maar omdat het een stap voorwaarts is. Laten we de politici hun moment gunnen, want ondanks hun soms schaamteloze zelfpromotie, hebben ze iets bereikt dat de moeite waard is. En laten we onszelf eraan herinneren dat samenwerking, hoewel moeilijk, niet onmogelijk is. Het vereist tijd, geduld en de bereidheid om onze meningen te buigen voor het grotere goed.

Misschien is de echte les van de drielandentrein niet dat we moeten leren sneller te werken, maar dat we moeten leren beter samen te werken. Want in die samenwerking, hoe traag ook, ligt de sleutel tot onze collectieve vooruitgang. Laten we dus de tijd nemen om te vieren, om te waarderen wat we hebben bereikt, en om vooruit te kijken naar de verbeteringen die nog zullen komen, zowel in de interne politiek als in de Europese eenwording.